Als school volgen wij de ontwikkeling van elke leerling en hebben wij een procedure om te komen tot een passend en kansrijk schooladvies.
In de maand juni hebben wij een adviesvergadering voor de voorlopige adviezen groep 7. Tijdens deze vergadering zijn de leerkrachten van groep 7 en 8, interne begeleiders en directie aanwezig. Samen kijken we naar de toetsen uit ons leerlingvolgsysteem vanaf groep 5 en alle overige informatie per kind. Met die informatie komen wij tot een voorlopig advies voor het voortgezet onderwijs. In het kader van gelijke kansen letten wij er nauwlettend op dat de thuissituatie of andere omgevingsfactoren van een kind niet meewegen. We kijken echt naar de schoolse capaciteiten die wij op school waarnemen. Meestal is het voorlopige advies een dakpanadvies waarin het kind waarschijnlijk gaat uitstromen. Tijdens de rapportgesprekken aan het einde van het schooljaar wordt dit voorlopige advies met de kinderen en hun ouders besproken. We leggen dan uit hoe dit tot stand is gekomen. Ook mogen kinderen en hun ouders aangeven hoe zij dit zien en wat ons gezamenlijke doel is in groep 8.
In november/december nemen wij de toetsen van ons leerlingvolgsysteem af in groep 8. Direct na de kerstvakantie hebben wij wederom een adviesvergadering zoals in groep 7 met dezelfde personen. De procedure om tot een advies te komen is gelijk aan die met het voorlopige advies. In januari krijgen de kinderen hun schooladvies. Ook deze bespreken we weer met de kinderen en hun ouders.
Indien kinderen op de doorstroomtoets (in de eerste 2 weken van februari) een hoger advies scoren dan wij in januari hebben gegeven, gaan we weer met alle betrokkenen in de school om de tafel. Onze insteek is om een advies naar boven bij te stellen wanneer wij ook met regelmaat deze groei hebben gezien in de dagelijkse ontwikkeling op school. Bij een hogere score hebben we altijd een gesprek met ouders en kind erbij. Hierin leggen wij uit waarom we wel of niet bijstellen naar boven. Ook ouders en het kind mogen aangeven hoe zij dit zien. Samen komen we dan tot een eventueel bijgesteld advies. Uiterlijk 24 maart ontvangen deze kinderen hun bijgestelde advies. De overige kinderen behouden het advies wat in januari is gegeven. In de week van 25 t/m 31 maart melden alle leerlingen zich aan op de middelbare school van hun keuze passend bij hun advies.
Het kan voorkomen dat kinderen moeite hebben met de schoolse ontwikkeling en dat wij verwachten dat zij gaan uitstromen naar een praktische vorm van onderwijs. Deze kinderen hebben een OPP bij ons op school. In groep 7 bespreken wij met de ouders dat we voor hun kind een intelligentie-onderzoek willen afnemen in groep 8. Dit om te bepalen welke vorm van praktisch onderwijs het beste is voor hun kind. In groep 8 wordt dit intelligentie-onderzoek afgenomen door ons samenwerkingsverband. De uitslag wordt met de ouders, de intern begeleider en het samenwerkingsverband besproken. Tevens wordt het uitstroomadvies besproken indien dit om praktijkonderwijs zou gaan. Kinderen die hoger scoren dan 75 doen mee met de doorstroomtoets. Kinderen die onder de 75 scoren hoeven de doorstroomtoets niet te maken. Dat is een keuze die we bespreken met ouders en kind. Alle kinderen, maar zeker deze kinderen, dragen wij warm over aan het voortgezet onderwijs middels een gesprek en onderwijskundig rapport