Heb je vragen? Zoek door onze schoolgids heen.
Contactgegevens
De Rozenhorst
Jan Tooropstraat 1
3181HE Rozenburg (Zuid-Holland)
0181212565
https://www.rozenhorst.nl
directie@rozenhorst.nl
Schooldirectie
Directeur: Bastiaan Visser - directie@rozenhorst.nl
Adjunct-directeur: Charlotte Groeneveld-de Snaijer - directie@rozenhorst.nl
Contactgegevens bestuur
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO)
Stationssingel 80, 3033 HJ Rotterdam
Postbus 4250, 3006 AG Rotterdam
T: 010 – 453 75 00
E: info@rvko.nl, www.rvko.n
Voorzitter College van bestuur: drs. A.J.M. Groot Zwaaftink
Schoolbestuur
Stichting Rotterdamse Vereniging voor Katholiek
Onderwijs
Aantal scholen: 68
Aantal leerlingen: 20240
https://www.rvko.nl
Aantal leerlingen
Onze leerlingen zijn verdeeld volgens een leerstofjaarklassensysteem. We werken in de onderbouw met een instroomgroep (groep 1a`en 1e) en gecombineerde groepen 1-2. Vanaf de groepen 4 tot en met de groepen 8 hebben we twee groepen. We hebben dit schooljaar 1 groep 3. Op onze school hanteren we een gemiddelde groepsgrootte van 28 kinderen.
Aantal leerlingen de afgelopen jaren
Kenmerken van de school
Missie en visie
Onze missie:
Op de Rozenhorst ontdek je wie je bent en welke plek je inneemt in de maatschappij. We leren je zelfredzaam te zijn door zelfbewust keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen. Bij ons doe je kennis op en ontwikkel je vaardigheden voor nu en in de toekomst. Leren doen we samen en we ontdekken de wereld om ons heen. We zijn er voor elkaar en gaan respectvol met elkaar om.
Onze kernwaarden zijn: betrokkenheid, veiligheid, samenwerking en plezier.
Onze visie-uitspraken:
Wij zijn een sociaal veilige school waar iedereen zich vertrouwd voelt.
De basisvaardigheden en kennis vormen de kern voor ons onderwijs en passen wij toe in betekenisvolle leersituaties.
Kinderen leren door instructie en door zelf te ontdekken en spelend te leren.
Kinderen en leerkrachten leren zowel samen als alleen.
Wij leren kinderen zelfredzaam en zelfstandig te zijn.
Kinderen en leerkrachten zijn actief betrokken en medeverantwoordelijk.
Ieder kind is uniek. We passen ons onderwijs waar mogelijk aan op de onderwijsbehoefte van het kind.
Wij hebben hoge verwachtingen van elkaar en van ieder kind en spreken dit naar elkaar uit.
Wij vinden betrokkenheid van de ouders bij de school belangrijk.
Voor de optimale ontwikkeling werken kinderen, ouders en leerkrachten samen.
De missie en visie van de RVKO:
De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) biedt leerlingen hoogwaardig en eigentijds onderwijs, met hart en ziel. Dit doen we vanuit onze kernwaarden: verwondering, respect, verbondenheid, zorg, gerechtigheid, vertrouwen en hoop. Bij de RVKO werken we vanuit bezieling aan kansrijk onderwijs voor ieder kind. Elke dag verzorgen wij het best mogelijke en inspirerende onderwijs, waarbij elk kind gemotiveerd wordt om zich op eigen wijze optimaal te ontwikkelen.
VERBINDING MET DE WERELD OM ONS HEEN
Onze leerlingen
Vanuit onze katholieke inspiratie geven we iedere leerling de kans om uit te groeien tot een gelukkig mens, die in staat is ten volle te leven, met en voor anderen. Een levenskunstenaar die van betekenis is voor de ander en om kan gaan met voorspoed en tegenslag. We leren kinderen om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, maar ook vanuit naastenliefde en gemeenschapszin voor anderen en de omgeving. We dragen optimaal bij aan een voor elke leerling goede en brede ontwikkeling. We proberen kinderen weerbaarder te maken in de huidige snel veranderende wereld.
Onze ouders/verzorgers
Het opgroeien van onze leerlingen tot volwaardige burgers in een democratische samenleving en daarmee het bijbrengen van normen en waarden, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van opvoeders en de school. Ouders en verzorgers zijn daarom bij ons educatief partner en betrokken bij de school en het leerproces. De school is actief onderdeel van de wijk. We zijn steeds met elkaar in een open en respectvolle dialoog en vinden het belangrijk elkaar juist, tijdig en volledig informeren.
Onze professionals
Onze professionals bepalen voor een belangrijk deel het succes van de organisatie. Zonder hen, geen onderwijs. Professionele en persoonlijke groei, vitaliteit en verbondenheid met elkaar en de organisatie zijn voorwaarden voor werkgeluk en essentieel voor de kwaliteit van ons onderwijs. We leren van en met elkaar.
Onze organisatie
We zijn een lerende organisatie waarin onze mensen binnen een helder kader hun verantwoordelijkheid nemen, waar op respectvolle wijze wordt samengewerkt, waarin er aandacht en zorg is voor elkaar en waarin onze kernwaarden herkenbaar worden voorgeleefd. Binnen onze organisatie staan mensen centraal en zijn systemen ondersteunend.
Onze omgeving
We leveren een betekenisvolle bijdrage aan een betere wereld, waarin mensen hun kwaliteiten en talenten duurzaam ontwikkelen, van betekenis zijn en zorg hebben voor elkaar en de omgeving. We werken samen binnen stad en regio en durven daarbij complexe uitdagingen te benoemen en waar nodig over onze eigen schaduw heen te springen.
ONZE THEMA’S VOOR 2024-2028
De komende periode staan in ons onderwijs en ons handelen de volgende vier thema’s centraal:
Houden van de wereld
Kansrijk onderwijs
Kwaliteit en professionaliteit
In verbinding vanuit dialoog
De verdere uitwerking van deze thema's is terug te vinden op www.rvko.nl
Kernwaarden
Wie zijn wij? Waar staan wij voor, bij de RVKO? De zeven kernwaarden geven een goede indruk van hoe wij willen zijn. Ze zijn geworteld in de katholieke traditie, waarin ieder mens een geschenk is. Hoe de samenleving verandert, zie je terug in onze scholen. Wij hebben de rijkdom van de diversiteit: leerlingen, ouders en medewerkers hebben verschillende achtergronden en llevensvisies. Iedereen is welkom, iedereen kan zich thuis voelen bij de RVKO. De kernwaarden geven richting aan ons handelen, om met ruimte voor de verschillen, in verbondenheid te leven en te werken.
Verwondering
Wees open en nieuwsgierig naar de wereld om je heen, naar alles wat leeft en bestaat. Verwonder je samen over het mooie, het goede, het verrassende van wat je ontdekt en over de dingen die we niet (kunnen) begrijpen. Wie zich verwondert, zoekt naar de zin van het leven en staat open voor het onbekende.
Respect
Benader ieder mens zoals jij zelf benaderd wilt worden, als een uniek persoon, in de rijkdom van de diversiteit. Wees bereid om recht te doen aan de eigenheid van elk individu, waardeer elkaar, respecteer elkaars vrijheid en houd rekening met elkaars grenzen.
Verbondenheid
Zoek de verbinding met elkaar, ook als je daarvoor buiten je comfortzone moet gaan. We slaan een brug tussen ‘wij’ en ‘zij’, we leven en werken samen, op school en daarbuiten. Waardeer de verschillen, zoek de overeenkomsten en ontmoet elkaar in de dialoog.
Zorg
Draag zorg voor de aarde, ons gemeenschappelijk huis, voor wie nu leeft en voor wie na ons komt. Die zorg begint dichtbij, op school en daarbuiten. Heb oog voor elkaar, benader iedereen met aandacht en zorgvuldigheid.
Gerechtigheid
Kom in beweging als je onrecht en onvrijheid ziet en probeer dit recht te trekken. Samen streven wij naar kansengelijkheid voor onze leerlingen, met aandacht voor kwetsbare situaties en ongunstige omstandigheden.
Vertrouwen
Durf te vertrouwen op jezelf en op de ander. Door elkaar vertrouwen te geven, leer je op elkaar bouwen en ontstaat er ruimte om te experimenteren en fouten te maken. Dit draagt bij aan ieders groei en ontwikkeling, in een sfeer van veiligheid en saamhorigheid.
Hoop
Koester de hoop op nieuwe kansen en een betere toekomst en deel dit met de leerlingen. Hoop neemt verdriet en tegenslag niet weg, maar geeft kracht om op te staan en in beweging te komen.
Identiteit
We hanteren het katholieke mensbeeld als raamwerk, niet opgelegd wel richtinggevend. Daarbij is er een basis die voor alle scholen geldt en die we uitdragen en ondersteunen met concrete handvatten. Vanuit deze basis is iedereen even waardevol en welkom. Zo stimuleren we ruimte, aandacht en bewondering voor de diversiteit van onze samenleving. Want als je niets meekrijgt, kun je ook niet kiezen. Dat geldt zowel voor onze leerlingen als voor onszelf. Wie je ook bent, je hoort erbij.
Werken vanuit katholieke traditie betekent voor ons ‘werken met hart en ziel’.
Bezieling gaat voor ons over waar we ten diepste in geloven: een leven waarin je de moed en kracht in jezelf ontwikkelt, vanuit een positieve houding samenleeft en zorgt voor de wereld en elkaar.
Dat is wat wij toevoegen aan ons onderwijs.
Wij zijn een Katholieke school en de aandacht voor levensbeschouwelijke identiteit(en) komt aan bod in onze onderwijsprogramma’s. Omdat we het belangrijk vinden dat onze kinderen kennis maken met een diversiteit aan overtuigingen, besteden we expliciet aandacht aan geestelijke stromingen en aan specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een bepaalde levensbeschouwing of -overtuiging.
We werken aan de vorming en ontwikkeling van kinderen die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, die de toekomst inkijken. Voor die toekomst geven wij het geloof in een betere wereld mee: door het samen vieren en de godsdienst en levensbeschouwelijke vorming; door het scheppen van een opvoedingsklimaat met waarden en normen, waarin verdraagzaamheid, solidariteit en zorg voor zwakkeren een belangrijke rol spelen; door het voorleven van respect voor elkaars cultuur en levensovertuiging; door het nabij zijn in vreugde en verdriet.
Dit uit zich tevens in het schoolleven van alledag: in de omgang met collega’s, leerlingen en ouders, in de keuzes die gemaakt worden op levensbeschouwelijk, pedagogisch en onderwijskundig gebied, alsmede in de wijze waarop de school wordt georganiseerd en geleid. Daarmee wordt een sfeer gecreëerd die past bij onze katholieke identiteit, waarin kinderen zich veilig voelen en tot hun recht komen.
Verdeling van de leerkrachten over de jaargroepen:
1 A - juf Sigrid en juf Natascha
1/2 B - juf Daphne en juf Natascha
1/2 C - juf Suzanne
1/2 D - juf Cindy en juf Lenny
1 E (vanaf 1-1-26) - juf Nicole en juf Margaretha
3 A - juf Senna
4 A - juf Jolande en juf Yvonne/ LIO-student: juf Babette
4 B - juf Marsha en juf Annebel ( juf Nicole tijdens verlof juf Annebel)
5 A - juf Jessica en juf Margaretha
5 B - juf Anouk
6 A - juf Amanda en juf Saskia
6 B - juf Isa
7 A - juf Elze en juf Monique
7 B - juf Lisa
8 A - juf Caitlin
8 B - meester Tim
Overige functies:
Groepen op school
Onze leerlingen worden op de volgende wijze gegroepeerd:
Leerstofjaarklassen: leerlingen zijn op basis van leeftijd gegroepeerd
Invulling onderwijstijd
Wat is onderwijstijd?
Kinderen in Nederland hebben recht op voldoende uren onderwijs. In de wet staat een minimaal aantal uur dat een leerling
les krijgt tijdens de 8 jaar op de basisschool. De school bepaalt zelf de indeling van de schooldag en de tijden waarop de
leerling op school moet zijn.
Technisch lezen
Op speelse wijze komen de kinderen in de kleutertijd in aanraking met lezen. Vanaf leerjaar 3 wordt het lezen methodisch geleerd met “Veilig leren lezen” van Zwijsen. We werken met de methode “Estafette 5” in groep 4 t/m 8 waarmee kinderen drie keer per week leesonderwijs krijgen. Daarnaast werken we ook aan het leesplezier doormiddel van vrij lezen in eigen gekozen boeken en activiteiten door het jaar heen.
Begrijpend lezen
Het is van belang dat de kinderen leren om te begrijpen wat er staat. Het begrijpend en studerend lezen leren we met de methode "Nieuwsbegrip". In groep 7-8 hebben we DIA-leesgroepjes voor kinderen die dat nodig hebben, 1x per week krijgen zij extra begrijpend leesles van juf Monique.
Nederlandse taal
In groep 3 zit spelling en taal in de methode "Veilig leren lezen". Wij werken met "Taaljacht" in groep 4 t/m 8 voor taal, woordenschat en spelling. Mondelinge taalvaardigheid vinden wij belangrijk en oefenen we o.a. met het houden van spreekbeurten. We werken vanuit werkboeken en schriften omdat we schrijven belangrijk vinden. Daarnaast gebruiken we Chromebooks om te automatiseren voor woordenschat en spelling.
Schrijven
In de kleutergroepen wordt het voorbereidend schrijven geoefend, hiervoor worden schrijfbladen gebruikt die passen binnen het thematisch werken. In de groepen 3/m 8 wordt de methode Pennenstreken gebruikt.
Rekenen
In groep 1 en 2 rekenen we met "Sprongen vooruit". We werken met de methode “Semsom” in groep 3 en 4. Bij deze methodes staat spelend/bewegend leren centraal. Vanaf groep 5 rekenen we met "Wereld in getallen 5" op een Chromebook met de versie vanuit "Gynzy". Het uitrekenen doen de kinderen in hun uitrekenschrift. We zetten concreet materiaal in om rekenen ook te ervaren. We werken met een vast stappenplan om verhaalsommen uit te rekenen. Moeilijke rekenwoorden maken we zichtbaar. Daarnaast besteden we extra aandacht aan het automatiseren en werken de kinderen in oefenbundels binnen "Gynzy" zodat kinderen voldoende automatiseren.
Wereldoriëntatie / verkeer
"Blink Wereld" is onze methode in groep 3 t/m 8. We leren leerlingen om zelf na te denken, zelf de wereld om zich heen te ervaren en ontdekken. Alle doelen voor Aardrijkskunde, Geschiedenis en Natuur & Techniek komen aan bod. Verkeer is opgenomen onder de noemer wereldoriëntatie en geven wij vanuit de "Jeugdverkeerskrant" en in groep 3 met de digitale methode van "Veilig verkeer Nederland". Het doel is om kinderen zelfredzaam te maken in het verkeer
Skillslab
Het SkillsLab is een plek binnen onze school waar we de kinderen de 21-eeuwse vaardigheden aanleren met behulp van moderne media. Wij leren de kinderen de basisvaardigheden aan wat betreft digitale geletterdheid, we maken ze instrumentvaardig (te denken valt aan het programmeren van robots) en we leren ze mediawijs door het leven te gaan. We werken op een onderzoekende en ontwerpende manier, omdat deze leerstijl het best past bij de kinderen van nu. Naast de 21- eeuwse vaardigheden komt wetenschap en techniek ook aan bod tijdens de lessen en met behulp van de "Maakotheek". Binnen ons Skillslab krijgen de kinderen ook kooklessen.
Levensbeschouwing
Binnen de Rozenhorst wordt gebruik gemaakt van de methode “Hemel en Aarde”. Uitgangspunt is de katholieke identiteit. Respect voor elkaar en zorg voor al wat leeft staan hierbij centraal. In de lessen wordt ingegaan op de verschillende wereldgodsdiensten. We zoeken overeenkomsten en respecteren verschillen. Met Hemel en Aarde leren kinderen wat godsdienst, levensbeschouwing en spiritualiteit in je leven kunnen betekenen. Het is niet de bedoeling van de lessen om kinderen christelijk of katholiek op te voeden. De leerlingen leren tijdens de lessen nadenken over levensbeschouwelijke onderwerpen en ervaringen. Ze ontdekken en ontwikkelen vaardigheden waarmee ze hun spiritualiteit kunnen ontwikkelen.
Burgerschap/ SOVA
Kwink is een digitale methode voor sociaal-emotioneel leren. Inclusief Burgerschap en mediawijsheid voor groep 1 t/m 8. Praktisch, leuk en altijd actueel. Gericht op preventie (van bijvoorbeeld pesten op school) en de kracht van een veilige groep. Sluit goed aan bij de principes van PBS (Positive Behaviour Support). Met behulp van deze methode werken wij wekelijks aan een veilig klimaat waarin ieder kind zich prettig voelt. We bereiden de kinderen voor op hun positieve invloed in de maatschappij. Burgerschap komt niet alleen voor in Kwink. Burgerschap is er iedere dag binnen verschillende lessen en dagelijkse activiteiten. Op school is er een burgerschapskatern waarin we beschrijven welke doelen we behandelen en in welk leerjaar. Ook staat daarin beschreven welke activiteiten en methodes we daaraan koppelen. Hoe we de resultaten omtrent burgerschap monitoren staat ook beschreven in het burgerschapskatern.
Week van de Lentekriebels
De Week van de Lentekriebels is een jaarlijkse projectweek voor het basisonderwijs over verliefdheid, relaties, weerbaarheid en seksualiteit. Alle scholen in Nederland zijn verplicht om aandacht te besteden aan deze onderwerpen en kunnen zelf bepalen op welke manier zij daar invulling aan geven, passend bij de achtergrond van de school. Wij werken met de methode "Kriebels in je buik". Uit deze methode selecteren we lessen die wij passend vinden voor onze leerlingen en aansluiten bij de verplichte kerndoelen in het onderwijs. De leerkracht informeert van te voren de ouders over de gekozen onderwerpen in de klas.
Engelse taal
In leerjaren 1 t/m 8 wordt het vak Engels gegeven. Wij proberen de kinderen een basis te geven voor deze belangrijkste wereldtaal. In de door ons gebruikte methode “Take it easy” wordt ruim aandacht geschonken aan alledaagse dingen. Zaken die dicht bij de kinderen staan en heel goed toe te passen zijn in de praktijk.
Bewegingsonderwijs
Kleuters krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs van hun leerkracht in de speelzaal. Groep 3 t/m 8 krijgt twee keer per week (45 minuten) bewegingsonderwijs in de gymzaal van onze vakdocent (HALO- opgeleid). De groepen 4 t/m 8 krijgen 8 weken achter elkaar bewegingsonderwijs in het zwembad waarbij zelfredzaamheid en spel in het water het doel is. Tijdens deze periode hebben deze groepen 1x per week bewegingsonderwijs in de gymzaal en 1x per week bewegingsonderwijs in het zwembad.
Kunstzinnige en creatieve vorming
In alle groepen is er aandacht voor de kunstzinnige en creatieve vorming. Middels een online methode is er aandacht voor de muzikale ontwikkeling en in alle groepen staat er wekelijks handvaardigheid of tekenen op het programma. Vanuit DIARozenburg zijn er gedurende het schooljaar ook kunstlessen die gegeven worden door gastdocenten. We doen ook mee aan het cultuurtraject Rotterdam
Extra faciliteiten
Onze school beschikt over de volgende extra faciliteiten:
Vakleerkrachten
Op onze school zijn de volgende vakleerkrachten aanwezig:
Verlof personeel
Bij afwezigheid van een leerkracht vanwege verlof krijgt de groep les van een andere leerkracht. Dit wordt ruim van te voren geregeld. Mocht er door ziekte van een andere leerkracht geen vervanging mogelijk zijn, dan wordt de groep verdeeld. Het verdelen van een groep behoort tot één van onze laatste opties.
Onze school heeft extra aanbod voor het jonge kind: Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) / peuteropvang. We werken samen met een kinderopvangorganisatie in het gebouw van de school. Met Humankind.
Visie jonge kind
Spelen en ontdekken is de basis binnen het kleuteronderwijs. Spelen doen de jonge kinderen het allerliefste. Het is voor hen de manier om de wereld te verkennen en zichzelf te ontwikkelen. Het staat dan ook aan de basis van ons kleuteronderwijs. We
werken met thema’s die zoveel mogelijk aansluiten bij de belevingswereld van het jonge kind. Kleuters hebben binnen deze thema’s een speelleer-omgeving nodig die deze jonge kinderen prikkelt in hun nieuwsgierigheid en uitdaagt met betekenisvolle en uitdagende activiteiten waarbij de kinderen actief en betrokken bezig zijn. De leerkracht houdt daarbij de leerdoelen in het oog: het spelend en ontdekkend leren moet betekenisvol en zinvol zijn en sluit aan bij het spel van kinderen. De leerkracht observeert waar de kansen liggen om de kinderen in de groep verder te helpen. Het is belangrijk de ontwikkeling van iedere kleuter zorgvuldig in kaart te brengen. Dat doen wij met behulp van het observatiesysteem Mijn kleutergroep. Gerichte observaties van de leerkracht zijn daarbij ons uitgangspunt. Naar aanleiding van deze observaties kunnen we het aanbod aan het kind en de groep aanpassen in het themaplan. Het kleuteronderwijs is een interactief proces en komt samen met de kinderen tot stand. We vinden het belangrijk kinderen te begeleiden naar zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Binnen de thema’s is hier dan ook genoeg ruimte voor. Een goede samenwerking tussen het onderbouwteam en ouders is van groot belang voor de ontwikkeling van het jonge kind.
Wanneer de leerkracht in de klas en/of het kindvolgsysteem ziet dat een kind stagneert of een voorsprong heeft, schakelt zij de intern begeleiders in. Samen kijken ze dan naar een passend aanbod binnen het themaplan voor het betreffende kind. Na een korte periode wordt er geëvalueerd of het kind voldoende profiteert van dit aanbod. Indien dat niet zo is, wordt de schoolcontactpersoon van het samenwerkingsverband ingeschakeld om mee te denken en eventueel expertise in te schakelen.
Om de leerkrachten te ondersteunen in het signaleren en uitvoeren van zorg, kijken de intern begeleiders mee in het kindvolgsysteem en voeren regelmatig klassenbezoeken uit. Drie keer per jaar hebben wij met alle ouders een rapportgesprek waar de ontwikkelingslijnen vanuit ons kindvolgsysteem worden besproken. Ouders krijgen zo een goed beeld van waar hun kind staat in de ontwikkeling, wat wij doen op school en wat zij eventueel in de huiselijke sfeer kunnen doen om de schoolse ontwikkeling te ondersteunen.
Zodra de leerkracht zorg signaleert worden ouders betrokken als 'educatief partner'. Ouders denken mee in een passende aanpak die zij eventueel thuis ook kunnen ondersteunen. Tijden evaluatiemomenten met leerkracht, intern begeleiders en eventueel het samenwerkingsverband zijn zij ook aanwezig om mee te denken.
Peuterspeelzaal/kinderdagverblijf
De Rozenhorst heeft een peutergroep in het gebouw die valt onder stichting kinderopvang Humankind. In de eerste zes jaar maakt het kind de grootste ontwikkeling door, dit is dan ook hét moment om preventief in te zetten op de taalontwikkeling. Door het stimuleren van de taalontwikkeling en verminderen van taalachterstanden worden de ontwikkelingskansen van jonge kinderen vergroot. Hiervoor gebruikt de voorschool een VVE programma en hanteren zij de woordenschatmethode logo 3000 welke bij de kleuters wordt voortgezet. Het doel hiervan is om taalachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen of zo veel mogelijk in te halen en verkleinen. Hierdoor kunnen alle jonge kinderen zo goed mogelijk voorbereid en met eerlijke kansen starten in groep 3.
Eenmaal in groep 1-2 heeft iedere leerkracht zicht op welke kinderen in de groep een doelgroepindicatie hebben en waar en hoe lang zij voorschoolse educatie hebben genoten (zichtbaar in Parnassys). Dit wordt tijdens de intake aan ouders gevraagd en de betrokken kinderopvangorganisatie geeft dit via een warme overdracht door. Deze kinderen worden expliciet benoemd en gevolgd binnen ons kindvolgsysteem en themaplannen.
Samenwerking en doorgaande lijn met de peuteropvanglocatie
Onze school werkt intensief samen met PSZ De Rozentuin. Het doel van deze samenwerking is het creëren van een doorgaande lijn tussen peuters en de voor- en vroegschool waarbij kinderen en ouders gezien worden in hun eigen ontwikkeling. De samenwerking is zichtbaar op de volgende wijze:
- Warme overdracht van kinderen die naar de basisschool gaan, met name kinderen met een doelgroepindicatie.
- Afstemming van de thema’s en activiteiten.
- Bij zorg afstemming tussen ouders, peuteropvanglocatie en school. Kinderopvang, school, SWV en JGZ zijn verbonden,
versterken elkaar en werken samen op inhoud en proces rondom het kind.
- Het aanbieden van woordenschatonderwijs volgens de methode logo3000.
- Samen zorgdragen voor ouderbetrokkenheid door inloopmomenten waarbij ouders met hun kind kunnen werken.
De Rozenhorst volgt de resultaatafspraken die voor de voor- en vroegschool door de gemeente zijn opgesteld. Wij focussen ons hierbij op de warme overdracht van peuter naar kleuter, bij zorg handelen we adequaat, er is een aanbod voor kleuters dat recht doet aan hun ontwikkeling en er zijn warme contacten met wijkpartners. We vinden het belangrijk dat wij goed contact hebben met ouders van de kleuters/jonge kind om zo samen met ouders aan de slag te zijn met de ontwikkeling.
De peuters en kleuters organiseren gezamenlijke activiteiten. Op deze manier leren de peuters de school al een beetje kennen en zo kunnen we de overstap naar de basisschool makkelijker maken. Daarnaast is kinderdagverblijf Rozemarijke in de buurt, waar de school goed contact mee heeft.
Wat is kwaliteitszorg?
Scholen hebben een plan om de kwaliteit van hun onderwijs te verbeteren. Dit plan helpt de scholen om onderwijs te bieden waar iedereen tevreden over is. Kwaliteitszorg gaat over de manier waarop de doelen in het plan worden bereikt.
Doelen schoolplan
In het schoolplan 2023-2027 staan de grote ontwikkeldoelen beschreven:
- Op onze school verhogen we de resultaten op het gebied van rekenen-wiskunde en begrijpend - en technisch lezen (verbeteren basisvaardigheden).
- Teamleren heeft een vaste plek in onze structuren van samenwerken.
- Op onze school zijn de leerlingen actief betrokken en leren ze van en met elkaar.
- Op onze school verdiepen we het geven van de instructievaardigheden volgens het (expliciete) directe instructiemodel (EDI).
Deze grote ontwikkeldoelen zijn vertaald per schooljaar en te lezen in ons jaarplan wat is goedgekeurd door de MR. Het jaarplan is ter inzage op te vragen bij de directie.
Burgerschap:
Vanuit onze missie, onze kernwaarden en onze visie hebben we de doelen voor Burgerschapsonderwijs vastgesteld:
1. We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving (sociale ontwikkeling).
2. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. (democratisch burgerschap).
3. We voeden onze leerlingen op tot mensen die (digitaal) “meedoen”, die (digitaal) actief betrokken willen zijn bij de samenleving, die gericht zijn op (digitale) samenwerking en die iets voor anderen willen betekenen. (participatief burgerschap en digitaal burgerschap).
4. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (religies - levenswijzen), tot leerlingen met een goed zelfbeeld, met [eigen] opvattingen en een eigen [persoonlijke] identiteit.
5. We zorgen voor kennis en een kritische houding m.b.t. actuele, maatschappelijke thema’s. Onze leerlingen kunnen een standpunt innemen en hun mening over maatschappelijke thema’s verwoorden (maatschappelijke vraagstukken).
6. We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven (culturele ontwikkeling).
Wij beschouwen Burgerschap als een belangrijk onderdeel van ons onderwijsprogramma. Natuurlijk komt Burgerschap aan bod bij diverse andere vakken. Omdat wij Burgerschapsonderwijs als een kerntaak zien, kiezen we daarnaast voor een planmatige en gestructureerde aanpak.
Het oefenen van de sociale en maatschappelijke competenties komt aan bod in ons curriculum, bijvoorbeeld tijdens de lessen van Kwink, onze methode voor sociaal emotioneel leren, welke iedere week een half uur of om de week een uur ingeroosterd staan. Daarnaast uiteraard in de praktijk van alledag.
De leraren van onze school gebruiken de Kwink methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (groep 1 t/m 8). Deze methode biedt systematisch competenties aan. De volgende 5 hoofdcompetenties zijn hierbij van belang: Besef hebben van jezelf, besef hebben van de ander, keuzes kunnen maken, zelfmanagement en relaties kunnen hanteren. De leraren sluiten bij het ontwikkelen van de les(sen) altijd aan bij de kenmerken van hun leerlingen, de leefwereld en de actualiteit. Wij kunnen kinderen helpen om zich te oriënteren op de actualiteit en die te leren duiden, zodat ongenuanceerde meningen, onwenselijke effecten van hypes en grenzeloze emoties op een respectvolle manier in goede banen geleid kunnen worden. Dat is een actief leerproces met als basis een veilige en vertrouwde omgeving voor kinderen.
Drie keer per jaar werken we een actueel thema uit, aansluitend bij de Week Tegen Pesten, de Week van de Mediawijsheid en
de Week van de Lentekriebels. Aan het begin van elk nieuw schoolseizoen werken we volgens het principe van de ‘Gouden
Weken’.
Naast een methode voor sociaal emotionele ontwikkeling maken we gebruik van de methode Blink. Bij het leren kennen van de wijze waarop mensen hun omgeving inrichten, spelen economische, politieke, culturele, technische en sociale aspecten een belangrijke rol. Het gaat daarbij om datgene wat van belang is voor het bestaan, om duurzame ontwikkeling, om (voedsel)veiligheid en gezondheid. Deze manier van kijken en denken zit in alle thema’s van Blink verweven. Het gaat niet alleen om inhoud en stof, maar ook om hoe en waar je dit terugziet in de echte wereld om je heen en wat je daar zelf van vindt.
Naast bovengenoemde methoden zijn er ook nog onze lessen levensbeschouwing. Hierbij maken we gebruik van de methode Hemel en Aarde. Hierbij willen we kinderen op een speelse manier openingen en handreikingen bieden om levensvragen te stellen en samen persoonlijke antwoorden te vinden. We dragen hier op een creatieve manier bij aan de religieuze ontwikkeling van kinderen. We nodigen kinderen uit voor een ontdekkingstocht waarin verwondering, verbeelding en verbinding centraal staan. Waarin ze op zoek gaan naar wat er - in meer of mindere mate - al is. Datgene wat ze niet zien, maar soms wel voelen of weten. De resultaten laten zich binnen de volgende vakken en methoden 'meten:
Het sociaal-emotioneel functioneren van kinderen van groep 3 t/m groep 8 wordt d.m.v. IEP (Hart- en handeninstrumenten IEP LVS) systematisch in kaart gebracht. IEP geeft inzicht in de eventuele ondersteuningsvragen en helpt leerkrachten het gedrag van kinderen beter te begrijpen. Het IEP LVS geeft een beeld van de sociale en emotionele vaardigheden en ontwikkeling van de leerling. Belangrijke aspecten die terugkomen in het profiel van de leerling zijn het beeld dat de leerling van zichzelf heeft, de manier waarop de leerling daarmee omgaat en de rol die de leerling aanneemt in sociale situaties. Ook het omgaan met en inleven in de gevoelens van jezelf en de ander wordt in beeld gebracht. Voor de groepen 1 en 2 wordt 'mijn kleutergroep' ingevuld.
Blink: Bij stap 3, de ‘Test jezelf’, bekijken de kinderen wat ze in de geleide onderzoeksvragen hebben ontdekt en wat ze kunnen gebruiken voor hun eigen onderzoek. Hiervoor worden per thema opdrachtjes en vragen aangeboden die de leerkrachten zelf kunnen aanpassen en die ze ook kunnen inzetten als toets. Ook het ‘product’ dat de kinderen uiteindelijk hebben gemaakt kan worden beoordeeld. Er wordt zo dus meer op vaardigheden getoetst dan alleen kennis. Voor deze producten geeft de leerkrachten-handleiding voorbeelden aan m.b.t. hoe je de kinderen kunt beoordelen. Daarnaast kunnen de kinderen bij stap 6 zichzelf evalueren door middel van Rubrics die we aanbieden in het lesmateriaal.
Hemel en aarde: De betrokkenheid bij de lessen wordt weergegeven op het rapport.
Hoe bereiken we deze doelen?
Wij hebben een stelsel van kwaliteitszorg wat uitgewerkt staat in het schoolplan. Vanuit dit stelsel bewaken en bevorderen wij de kwaliteit van het onderwijsleerproces en de leerresultaten. Het bestuur en wij hebben zicht op de kwaliteit van de school. We hebben toetsbare doelen geformuleerd en er wordt regelmatig geëvalueerd of we deze doelen bereikt hebben. De oorzaken van eventueel tekortschietende onderwijskwaliteit zijn geanalyseerd en waar nodig worden verbeteringen doorgevoerd.
Zie ook informatie onder het kopje "ondersteuning van leerlingen".
Wat is ondersteuning?
Alle scholen in een regio bieden dezelfde basisondersteuning. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband staat wat onder deze basisondersteuning valt. Soms hebben leerlingen extra ondersteuning nodig. Naast de basisondersteuning bieden sommige scholen extra begeleiding aan leerlingen. De school geeft in de schoolgids aan welke extra begeleiding de school biedt. Ook staat hier welke doelen en wensen de school heeft voor de toekomst. En hoe de school contact houdt met de ouders en leerlingen over de ondersteuning.
Basisondersteuning
De basisondersteuning van alle RVKO-scholen bestaat uit een geheel van preventieve en licht curatieve interventies die uitgevoerd worden binnen de ondersteuningsstructuur van elke school. Vanuit ons Strategisch Verhaal zorgen we voor een stevige basis van kennis en vaardigheden (kansrijk onderwijs) binnen een lerende organisatie die staat voor kwaliteit en professionaliteit. De basisondersteuning wordt uitgevoerd onder regie en verantwoordelijkheid van de schooldirectie en het schoolbestuur, met eventuele inzet van expertise van de stafafdelingen van de RVKO, andere scholen en netwerkpartners. De volledige invulling van de basisondersteuning is hier terug te lezen: https://www.rvko.nl/documenten?
document=Basisondersteuning+RVKO-scholen .
Gediplomeerde specialisten op school
Taal en rekenen
Welke specialisten zijn werkzaam binnen dit aandachtsgebied?
Extra ondersteuning
Wij vinden dat elk kind recht heeft op goed en passend onderwijs. In beginsel zijn wij het eens met de stelling, dat zo veel mogelijk kinderen regulier primair onderwijs nabij huis moeten kunnen volgen. Wij realiseren ons dat we een zorgplicht hebben. In ons basisonderwijs streven we ernaar dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen, ongeacht de uitdagingen die het tegenkomt. Voor leerlingen die moeilijk tot leren komen op één of meerdere vakgebieden, bieden we extra ondersteuning die hen helpt om op hun eigen tempo en niveau vooruitgang te boeken. Deze leerlingen werken vaak op een andere leerlijn dan hun klasgenoten en hebben een ontwikkelingsperspectief (OPP), wat betekent dat zij een aangepast leertraject volgen dat meer aansluit bij hun individuele mogelijkheden en tempo. Afstemming van onderwijsbehoeften heeft bij ons een prioriteit, zowel didactisch voor wat betreft de instructiebehoeften, als wel ondersteunend de z.g. pedagogische behoeften. De (extra) zorg wordt zoveel mogelijk in de klas/groep door de eigen leerkracht gegeven, binnen het kader van Handelingsgericht Werken, in overleg met de intern begeleider(s).
Groepsdoorbroken werken
Leerlingen die op een andere leerlijn werken dan hun klasgenoten, krijgen de ruimte om hun leerproces in eigen tempo te doorlopen. Dit kan betekenen dat zij in een ander leerjaar deelnemen aan bepaalde vakken, zoals rekenen of taal. Deze groepsdoorbroken aanpak zorgt ervoor dat ze de leerstof volgen die beter aansluit bij hun huidige niveau, zonder dat ze zich hoeven te vergelijken met kinderen uit hun eigen leeftijdsgroep. Zo kunnen zij zich concentreren op het niveau dat op dat moment geschikt voor hen is, terwijl ze toch het contact met hun eigen klas behouden. Door deze flexibele benadering kunnen we voorkomen dat deze kinderen vastlopen op vakken die te moeilijk voor ze zijn, terwijl we tegelijkertijd ruimte creëren voor hun sterke kanten om zich verder te ontwikkelen. De leerlingen krijgen de kans om zich te focussen op het behalen van de leerdoelen die voor hen relevant zijn, ongeacht hun leerjaar.
Ondersteuning door onderwijsassistenten
Naast het groepsdoorbroken werken, bieden we ook individuele begeleiding of kleine groepjes waar leerlingen extra ondersteuning krijgen van onderwijsassistenten. Deze extra handen zorgen ervoor dat kinderen de aandacht krijgen die ze nodig hebben en dat ze in een kleinere setting beter kunnen focussen op de leerstof. De onderwijsassistenten werken nauw samen met de leerkrachten om te zorgen voor een doorgaande lijn in de begeleiding, waarbij elke leerling zich gezien en begrepen voelt.
De begeleiding vindt zowel binnen als buiten de klas plaats. Soms gebeurt dit in een aparte ruimte, waar kinderen in alle rust kunnen werken zonder de afleidingen van de grote klas. Andere keren blijven ze binnen de klas en krijgen ze in samenwerking met de leerkracht extra instructie. Dit maakt het mogelijk om een leeromgeving te creëren waarin de leerlingen zich veilig voelen, en waarin ze zich op hun eigen niveau kunnen ontwikkelen.
Logopedische ondersteuning
Voor leerlingen die zich moeizaam ontwikkelen op het gebied van spraak- en taalvaardigheden, hebben we op school een logopedist. De logopedist biedt individuele begeleiding aan kinderen die moeite hebben met het begrijpen en/of gebruiken van taal. Dit kan variëren van problemen met uitspraak, woordenschat, zinsstructuur, tot het begrijpen van taal of het effectief communiceren met anderen.
De logopedist werkt nauw samen met de leerkrachten en intern begeleiders om ervoor te zorgen dat de ondersteuning goed aansluit bij de leerdoelen van het kind en de rest van het onderwijsaanbod. De logopedische begeleiding vindt zowel individueel als in groepjes plaats, zodat de kinderen de specifieke aandacht krijgen die ze nodig hebben om hun taalvaardigheden te verbeteren.
Daarnaast werken we samen met Auris, een gespecialiseerde organisatie voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). In samenwerking met Auris krijgen deze leerlingen extra, gespecialiseerde ondersteuning die zich specifiek richten op de complexe taalontwikkelingsproblemen die deze kinderen ervaren. De professionals van Auris bieden praktische begeleiding en geven advies aan leerkrachten om de juiste ondersteuning in de klas te bieden, zodat kinderen met een TOS zich kunnen ontwikkelen op hun eigen niveau.
Sociaal-emotioneel
Welke specialisten zijn werkzaam binnen dit aandachtsgebied?
Op onze school is de sociaal-emotionele ontwikkeling een vak, maar vanzelfsprekend is de sociale ontwikkeling ook een integraal onderdeel bij alle andere vakken. Op onze school hebben we sociale gedragscompetenties vastgesteld waarover de leerlingen uiteindelijk moeten beschikken. Deze komen uit de methode Kwink. We bieden de sociaal-emotionele ontwikkeling aan met behulp van de methode Kwink en we volgen de ontwikkeling met een leerlingvolgsysteem IEP (Hart- en handeninstrumenten IEP LVS). De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen wordt besproken tijdens de groeps- en leerlingbesprekingen (medio en eind) en tijdens de gesprekken met de ouders van de leerlingen. De leerkrachten krijgen waar nodig ondersteuning vanuit de intern begeleiders.
Schoolmaatschappelijk werk
Voor leerlingen die vastlopen op sociaal-emotioneel gebied, bieden wij schoolmaatschappelijk werk aan. Deze begeleiding wordt verzorgd door onze schoolmaatschappelijk werkers, die zowel met de kinderen als met hun ouders werken. Voor kinderen die sociaal-emotioneel vastlopen, kan het moeilijk zijn om zich goed in de klas te concentreren of deel te nemen aan groepsactiviteiten. De schoolmaatschappelijk werkers bieden ondersteuning door gesprekken en spelvormen met de leerlingen en door gesprekken met ouders. Dit helpt om eventuele problemen te identificeren, te begrijpen en aan te pakken. De schoolmaatschappelijk werkers werken nauw samen met het onderwijsteam om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen te bevorderen. Door de combinatie van gesprekken met de leerling, het betrekken van ouders, en het bieden van praktische tips en ondersteuning aan leerkrachten, creëren we een brede aanpak die kinderen helpt zich sociaal-emotioneel te versterken en beter in hun leerproces te functioneren. De schoolmaatschappelijk werkers staan ook in verbinding met aanbieders in de omgeving van de school zodat kinderen doorverwezen kunnen worden naar passende trainingen indien nodig.
Gedrag, werkhouding en taakaanpak
Welke specialisten zijn werkzaam binnen dit aandachtsgebied?
Ondersteuning bij moeilijk verstaanbaar gedrag
Naast de ondersteuning bij leer- en taalvaardigheden, werken wij ook met kinderen die moeilijk verstaanbaar gedrag vertonen. Deze kinderen kunnen gedragingen laten zien die voor henzelf of anderen lastig te begrijpen zijn, zoals opstandig gedrag, terugtrekking of emotionele uitbarstingen. Voor hen hebben we een externe gedragsspecialist die gespecialiseerd is in het begeleiden van zowel de kinderen als het onderwijsteam.
De gedragsspecialist werkt direct met de leerlingen, door hen te helpen begrijpen wat hun gedrag veroorzaakt en hoe ze hiermee om kunnen gaan. Dit kan bijvoorbeeld door gesprekken, het aanleren van zelfregulatievaardigheden, of door het bieden van structuur en voorspelbaarheid.
Daarnaast coacht de gedragsspecialist de leerkrachten in het ontwikkelen van effectieve strategieën om met deze leerlingen om te gaan. Dit betekent dat zij leren hoe ze het gedrag van de kinderen kunnen begrijpen en daarop kunnen reageren op een manier die hen helpt zich veiliger en meer gesteund te voelen in de klas. De gedragsspecialist biedt ook coaching over klassenmanagement en het creëren van een positieve leeromgeving voor deze leerlingen.
Intern Begeleiders en Samenwerking met het Samenwerkingsverband
Onze intern begeleiders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van leerkrachten die werken met leerlingen die een ontwikkelingsperspectief (OPP) hebben. Zij begeleiden de leerkrachten in het opstellen en uitvoeren van individuele plannen, zodat deze kinderen de juiste ondersteuning krijgen die aansluit bij hun behoeften. De intern begeleiders zorgen ervoor dat de aanpak van het kind goed wordt afgestemd met het onderwijsteam en blijven betrokken bij het monitoren van de voortgang. Daarnaast werken ze nauw samen met onze schoolcontactpersoon vanuit het samenwerkingsverband. Via deze contactpersoon kunnen we externe professionals inschakelen wanneer een kind dreigt vast te lopen in het reguliere onderwijs. Dit kan bijvoorbeeld het inschakelen van psychologen, gespecialiseerde therapeuten, of andere deskundigen zijn die extra expertise kunnen bieden om de ontwikkeling van het kind te bevorderen.
Deze samenwerking met externe professionals zorgt ervoor dat we, indien nodig, tijdig de juiste ondersteuning kunnen bieden, zodat kinderen de kans krijgen om zich te blijven ontwikkelen in het reguliere onderwijs.
Motorische en lichamelijke ontwikkeling
Welke specialisten zijn werkzaam binnen dit aandachtsgebied?
Wij zien veel in onze klassen en gymzaal wat betreft de motorische- en lichamelijke ontwikkeling. Bij zorgen schakelen de leerkrachten en vakleerkracht gym de intern begeleiders in. Samen met de ouders wordt er besproken welke hulp wij kunnen bieden en welke externe hulp we kunnen inzetten. Indien nodig schakelen we het CJG in.
Medisch handelen en persoonlijke verzorging
Welke specialisten zijn werkzaam binnen dit aandachtsgebied?
We hebben een protocol rondom medische handelingen.
De leerkrachten en interne begeleiders zijn een eerste aanspreekpunt als er vragen zijn omtrent persoonlijke verzorging. Zij kunnen binnen ons netwerk leerlingen/ouders doorverwijzen naar de juiste personen.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Onze ambities zijn:
- Meer aandacht voor meer- en hoogbegaafdheid door ontwikkelen van specialismen in het team.
- Een gediplomeerde taalspecialist binnen de school.
- Een gediplomeerde gedragsspecialist binnen de school i.p.v. een externe gedragsspecialist.
Inbreng en invloed van leerlingen
Hoorrecht en betrokkenheid van kinderen
Per 1 augustus 2025 hebben alle kinderen binnen onze school het recht om gehoord te worden over de extra ondersteuning die zij ontvangen. Dit hoorrecht wordt vormgegeven door kindgesprekken die drie keer per jaar plaatsvinden, tijdens de rapportgesprekken. In deze gesprekken krijgen kinderen de kans om hun mening te geven over de extra ondersteuning die zij ontvangen, zowel in de klas als in de bredere schoolomgeving. Dit biedt hen de gelegenheid om aan te geven wat zij vinden van de aanpak en de manier waarop de ondersteuning wordt geboden.
De feedback van de kinderen wordt zorgvuldig meegenomen in de jaarlijkse evaluatie van onze extra ondersteuning. We gebruiken deze input om de ondersteuning steeds verder te verbeteren en aan te passen aan de veranderende behoeften van de kinderen. Dit maakt het mogelijk om de onderwijsaanpak af te stemmen op wat voor de kinderen het beste werkt en het zorgt ervoor dat zij actief betrokken zijn bij hun eigen leer- en ontwikkelingsproces.
Daarnaast is er sprake van hoorrecht over het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen. Dit vraagt van ons dat wij in gesprek gaan met leerlingen over de verschillende onderdelen in het ontwikkelingsperspectief op een manier die past bij de leeftijd, rijpheid en mogelijkheden van de leerling. De bedoeling van het gesprek is om de ontwikkeling van de leerling in het algemeen te bespreken en op basis daarvan samen tot de nodige ondersteuning te komen. Hoe dat gesprek het beste gevoerd kan worden, verschilt per kind. Het is denkbaar dat een jongere leerling dat op een andere manier doet dan een oudere. We voeren het gesprek over hoe de leerling zicht voelt, hoe het met hem gaat en gaan samen na wat dan het beste zou zijn. Het is belangrijk om in gedachten te houden dat hoorrecht een recht is van de leerling en geen plicht. De leerling mag dus weigeren om over het OPP in gesprek te gaan. Indien de leerling zijn input niet KAN geven, laten we zien wat er gedaan is om tot hoorrecht te komen. Indien dit niet gelukt is, mogen ouders plaats nemen om voor hun kind te spreken. Niet vanuit wat zij vinden, maar vanuit hoe zij hun kind zien. De inbreng van de leerling en hoe deze van invloed is geweest op de vaststelling of bijstelling van het ontwikkelingsperspectief moet in het OPP worden opgeschreven. Wij doen dit bijvoorbeeld door (afhankelijk van de leeftijd van de leerling):
- Een letterlijk gespreksverslag,
- In de verschillende onderdelen van het OPP de inbreng van de leerling verwerken,
- Onderaan het OPP de zien swijze van de leerling noteren,
- Een foto of tekening toevoegen.
We vertellen daarna aan de leerling hoe we tot de beslissing omtrent het OPP zijn gekomen en op welke manier de mening van de leerling is meegewogen in de besluitvorming. Denk bijvoorbeeld aan een kind dat zich beter kan uiten door middel van een tekening of een kind dat een tolk nodig heeft om te vertalen.
Extra informatie
Samenwerking met kinderen, ouders en professionals
De samenwerking met ouders en externe professionals is essentieel voor het succes van deze aanpak. Regelmatig worden gesprekken gevoerd met ouders om de voortgang van hun kind te bespreken en om te zorgen voor een goede afstemming tussen thuis en school. In sommige gevallen worden externe experts ingeschakeld, zoals psychologen, logopedisten, gedrag specialisten of andere specialisten, om extra ondersteuning te bieden. Dit alles zorgt ervoor dat het kind zich omarmd voelt en dat er op meerdere fronten wordt gewerkt aan zijn of haar ontwikkeling.
Zorg voor alle leerlingen
Alle leerlingen worden opgenomen in onderwijsplannen per vakgebied: rekenen, spelling, technisch lezen, begrijpend lezen en sociaal emotionele ontwikkeling. De kleuters werken met themaplannen. Aan het begin van het schooljaar starten deze plannen n.a.v. de eindresultaten (IEP) van het vorige schooljaar. De leerlingen worden in het plan verdeeld in drie groepen: intensief, basis en verrijkend. Voor iedere groep beschrijft de leerkracht wat de kinderen nodig hebben voor hun verdere ontwikkeling. Halverwege het schooljaar worden deze plannen geëvalueerd en n.a.v. nieuwe toetsresultaten (IEP) worden er nieuwe plannen gemaakt voor de tweede helft van het schooljaar. Tussendoor wordt er nauwkeurig gekeken of alle kinderen zich naar vermogen ontwikkelen. Zodra er stagnatie of achteruitgang bij een leerling wordt opgemerkt, wordt dit direct onderzocht en besproken met de ouders. Indien nodig wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld om de leerling te begeleiden. Dit kan in de klas door de leerkracht uitgevoerd worden. Soms gebeurt dit door een andere leerkracht of onderwijsassistent. De leerkrachten worden hierbij begeleid door de intern begeleiders. Na enige tijd wordt er gekeken of de hulp het benodigde resultaat heeft opgeleverd. Is dat niet het geval dan wordt de extra hulp, eventueel aangepast, voortgezet. Ook kan er contact met de schoolcontactpersoon van het samenwerkingsverband worden opgenomen. Zij kijkt dan met ons mee en adviseert leerkrachten en ouders n.a.v. observaties in de klas. Ouders zijn als partner nauw betrokken bij dit proces.
Extra aandacht is er ook voor leerlingen die meer dan gemiddeld begaafd zijn. De school beschikt over voldoende materialen
om ook deze leerlingen te kunnen begeleiden.
Specialistische Begeleiding
Binnen onze school hebben we enkele collega's die opgeleid zijn als specialisten op verschillende vakgebieden. Deze collega's bieden ondersteuning aan de leerkrachten en intern begeleiders bij de begeleiding van ontwikkelingsproblemen binnen hun vakgebied.
Op school hebben wij de volgende specialisten:
- Rekenspecialist
- Leesspecialist
- Orthopedagoog
- Jong kind specialist
- Gedragsspecialist (in opleiding).
Passend onderwijs
Het doel is dat alle kinderen, dus ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, een passende onderwijsplek krijgen. De scholen/schoolbesturen hebben een zorgplicht. Zorgplicht betekent dat de scholen/schoolbesturen ervoor moeten zorgen dat ieder kind dat op hun school zit of dat bij hun school wordt aangemeld een passende onderwijsplek krijgt, bij voorkeur binnen het eigen samenwerkingsverband. Een samenwerkingsverband is een samenwerking tussen schoolbesturen die de wettelijke taak van het Passend Onderwijs, samen met de scholen, uitvoert. In Rozenburg is dit Onderwijscollectief VPR:
Onderwijscollectief Voorne-Putten Rozenburg
Gemeenlandsedijk Noord 26i
3216 AG Abbenbroek
0181-760900 / http://www.onderwijscollectiefvpr.nl/
Soms is een kind beter op zijn/haar plaats in het speciaal (basis) onderwijs. Dit kan alleen met een toelaatbaarheidsverklaring
van het samenwerkingsverband welke wordt afgegeven na een zorgvuldig traject waarin al het mogelijke is gedaan om het
kind binnen het reguliere onderwijs te houden.
Wanneer geldt de zorgplicht niet?
De zorgplicht en de trajectplicht gelden niet als de school of de groep waar het kind voor wordt aangemeld vol is. Voorwaarde is wel dat een school een duidelijk en consistent aannamebeleid heeft en aangeeft op hun website wanneer de school daadwerkelijk vol is. In deze situaties verdient het de voorkeur dat de school bij haar schoolbestuur en/of bij het
amenwerkingsverband meldt dat zij geen onderwijsplek aan een kind kan bieden. Ook geldt de zorgplicht niet wanneer ouder(s)/verzorger(s) desgevraagd de grondslag van de school weigeren te respecteren. Het gaat hier niet alleen om de religieuze grondslag of levensbeschouwelijke identiteit van de school, maar ook om de onderwijskundige grondslag.
Grenzen aan onze ondersteuning
De Rozenhorst kan geen passend onderwijs en dus geen passende ondersteuning organiseren als er sprake is van:
• Een leerling niet het gewenste doel bereikt ondanks arrangementen op drie niveaus en eigen leerlijnen.
• Meer dan 10% van de leerlingen (in een klas) een OPP, arrangement of eigen leerlijn heeft naast de groepsaanpakken. Dit
zijn alle leerlingen naast de groepsaanpakken vanuit het directe instructiemodel.
• Een leerling, zonder medische achtergrond, die nog niet zindelijk is bij 4 jaar.
• Herhaaldelijk externaliserend en internaliserend probleemgedrag waarbij de veiligheid van het kind en de schoolomgeving
in gevaar komt.
• Volledige blindheid en doofheid. En wanneer door sociale of medische beperkingen extra zorg nodig is die niet door
externen geregeld kan worden.
• Een leerling die alleen maar tot ontwikkeling komt bij 1 op 1 begeleiding.
• Een verstoorde relatie met de ouders. Als er geen communicatie meer mogelijk is of als het wederzijdse vertrouwen weg is.
• Wanneer het desbetreffende leerjaar vol zit (zie website).
Anti-pestprogramma
Op onze school hechten wij veel waarde aan sociale veiligheid. Een sociaal veilige school is een basisvoorwaarde om tot leren te komen. “Op de Rozenhorst mag iedereen zichzelf zijn en hebben wij oog voor elkaar. Verschillen worden geaccepteerd en omarmd. Er hangt een gezellige en ontspannen sfeer. Een kind vertrouwt of leert vertrouwen in zichzelf en in anderen te hebben. Er is ruimte voor zelfontplooiing, mooie gesprekken en samenwerking. Sportiviteit, verantwoordelijkheid en openheid horen hier ons inziens ook bij.” Vanuit onze visie heeft het team een aantal schoolafspraken opgesteld die de basis vormen van onze aanpak in het borgen van de sociale veiligheid op school:
- Iedereen mag er zijn.
- Wij zorgen voor elkaar.
- Wij zorgen voor de omgeving.
- Wij helpen elkaar.
- Wij doen het samen.
Wij vinden het belangrijk dat er naast klassenafspraken ook schoolafspraken zijn op dit gebied. Afspraken die staan voor onze omgangsnormen en - waarden, voor onze school als minimaatschappij waar iedereen zijn steentje aan bijdraagt. Deze afspraken staan gedurende het jaar afwisselend centraal. Uiteraard wordt er ook op groepsniveau middels wisselende activiteiten wekelijks aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit doen wij met de methode Kwink. Met betrekking tot pesten hanteren wij in onze gehele school een eenduidige aanpak. Deze aanpak kunt u lezen in ons pestprotocol. Onze school heeft een anti-pestcoördinator aangesteld: Juf Elze. Zij is naast de leerkracht het aanspreekpunt bij pestgedrag. Verder monitoren wij jaarlijks de sociale veiligheid m.b.v. WMK. Leerkrachten van alle groepen en de kinderen van groep 5 t/m 8 vullen deze vragenlijst in. Resultaten worden geanalyseerd om vervolgens actief te blijven werken aan de sociale veiligheid op onze school. Hierdoor werken wij continu aan een veilig klimaat en preventief tegen pesten.
Sociale en fysieke veiligheid
Onze school monitort de sociale veiligheidsbeleving van leerlingen. We nemen een vragenlijst af via Qfeedback.
Sociale veiligheid
Tweejaarlijks monitort ons bestuur de sociale veiligheidsbeleving van leerlingen, ouders en leerkrachten via organisatie adviesbureau: Beekveld en Terpstra. De uitslagen worden intern besproken en gepubliceerd via het Rozenblaadje en de website van de school. Jaarlijks meten we de veiligheid van onze leerlingen via WMK. Deze resultaten worden na de analyse en verbeterplannen rechtstreeks naar de inspectie geüpload.
Veiligheidsbeleid
Binnen onze school zorgen wij voor voldoende opgeleide EHBO en BHV specialisten. Jaarlijks volgen zij hun herhalingscursus. Minimaal 2x per jaar oefenen wij een ontruiming met kinderen zodat iedereen weet wat we moeten doen bij een ontruimingsalarm. Wij werken met verschillende protocollen die samen ons veiligheidsplan vormen in combinatie met de aanpak voor sociale veiligheid.
Periodiek controleert de brandweer ons gebouw op brandveiligheid. Actiepunten worden direct opgepakt waardoor het gebouw veilig is. Periodiek wordt er bij ons op school ook een risico inventarisatie (RI&E) gehouden waarmee we zicht houden op verbeteringen die zorgen voor een veilige leer- en werkomgeving voor onze kinderen en personeel.
Verwijdering/schorsing van leerlingen
Verwijdering is een maatregel bij zodanig ernstig wangedrag dat het bestuur concludeert dat de relatie tussen school en leerling (ouders) onherstelbaar verstoord is. Verwijdering kan ook plaats vinden vanwege wangedrag van ouders van leerlingen. Schorsing is aan de orde wanneer het schoolbestuur of directie bij ernstig wangedrag van een leerling onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Ernstig wangedrag van een leerling kan bijvoorbeeld zijn: mishandeling, ernstige bedreiging of belediging via social media, diefstal of herhaald negeren van een schoolregel; de leerling misdraagt zich zo, dat van verstoring van de rust en orde op school en in de klas sprake is. Een beslissing tot verwijdering of schorsing wordt altijd met de uiterste zorgvuldigheid genomen. Het protocol voor schorsen en verwijderen is op te vragen bij de directie.
Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld
Per 1 juli 2013 is het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling landelijk bij wet verplicht. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de meldcode. Binnen onze school is de intern begeleider in samenwerking met de schoolmaatschappelijk werker aandachtsfunctionaris. De aandachtsfunctionaris bij ons op school is ( juf) Jolande van Kruijsbergen. Haar emailadres is Jolande.Lammers@rvko.nl. Zij kunnen u informatie geven over de meldcode (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/meldcode).
Handle with Care
Bij ons op school werken we - net als alle scholen in Rotterdam - naast de meldcode ook met Handle with Care. In elke klas zitten kinderen die thuis geweld meemaken. Veel kinderen gaan de volgende dag gewoon naar school. De leerkracht weet vaak niet dat er iets ernstigs is gebeurd. Terwijl juist een leerkracht veel kan betekenen voor een kind. Als een kind steun krijgt in de vertrouwde schoolomgeving en zich daar veilig voelt, kan dat helpen om stress te laten zakken. Daardoor heeft het kind de rust om te leren en zich te ontwikkelen. Hoe werkt Handle with Care? Na een huiselijk geweld incident waar de politie bij betrokken is geweest, wordt de volgende schooldag een signaal af gegeven aan school dat de desbetreffende leerling extra steun kan gebruiken. Het signaal bevat alleen de naam, de geboortedatum van het kind en het codewoord Handle with Care. Het bericht dat de school ontvangt bevat verder geen inhoudelijke informatie, wordt direct verwijderd en dus ook niet in het leerling dossier opgeslagen.
Mobiele telefoons en smartwatches op school
Vanaf het schooljaar 2024-2025 is het gebruik van smartphones en smartwatches in de basisscholen wettelijk niet langer toegestaan. Als mobiele telefoons noodzakelijk zijn voor de inhoud van de les, zijn ze wel toegestaan, bijvoorbeeld in een les over mediawijsheid.
Voor onze school hebben wij samen met het team en de ouders (MR) de volgende afspraken gemaakt:
- Wanneer telefoons nodig zijn voor een les, dan mogen ze gebruikt worden. Bijvoorbeeld tijdens een les over mediawijsheid. Echter is het niet noodzakelijk omdat wij met Chromebooks werken.
- Telefoons en smartwatches zijn verder niet toegestaan in de klas, maar mogen wel meegenomen worden naar school. Bij binnenkomst zetten kinderen het uit en leveren ze hun smartphone enof smartwatch in bij de leerkracht. Deze bergt ze op in een kluis. Iedere klas (groep 5 t/m 8) heeft een eigen kluis. Na schooltijd deelt de leerkracht ze weer uit aan de kinderen. Buiten de school worden ze weer ingeschakeld.
- Het meegeven van een telefoon of smartwatch is op eigen risico. De school is niet aansprakelijk voor schade of diefstal.
- Het personeel gebruikt hun telefoon alleen in situaties waarin dat noodzakelijk is zoals; bereikbaar zijn voor het thuisfront bij calamiteiten of het intern bellen bij ongevallen/ calamiteiten.
- Wanneer kinderen onder schooltijd toch hun telefoon of smartwatch gebruiken zonder toestemming, wordt deze ingenomen
en moeten ouders deze buiten schooltijd ophalen.
Anti-pestcoördinator, contactpersoon en/of vertrouwenspersoon
Anti-pestcoördinator - Mevr. Elze van der Toorn - elze.vandertoorn@rvko.nl
Vertrouwenspersoon - Mevr. Jolande van Kruijsbergen - jolande.lammers@rvko.nl
Ouderhulp
Veel activiteiten zijn zonder hulp niet mogelijk. Wij vinden betrokkenheid van de ouders bij de school essentieel.
Ouders kunnen zitting nemen in de MR of bestuurslid van de oudervereniging worden. Als ouder bent u automatisch lid van deze vereniging.
Als we extra hulp kunnen gebruiken maken we dat kenbaar via de communicatieapp en/of nieuwsbrief c.q. website.
Het betreft de volgende activiteiten:
Communicatie met ouders
Ouders worden geïnformeerd op de volgende manieren:
Wij gebruiken verschillende manieren om u te informeren:
Klachtenregeling
Het kan voorkomen dat ouders klachten en/of wensen hebben t.o.v. de zaken die spelen op school. Wij zijn altijd bereid om in gesprek te gaan met u en te komen tot een oplossing. Wij geven de voorkeur aan direct contact met de collega om uw klacht/wens te bespreken. Als u het gevoel heeft dat er geen oplossing is gevonden, dan kunt u altijd bij de directie of bij de aandachtsfunctionaris terecht. De aandachtsfunctionaris bij ons op school is ( juf) Jolande van Kruijsbergen. Haar emailadres is Jolande.Lammers@rvko.nl.
Elk schoolbestuur is wettelijk verplicht een algemene klachtenregeling op te stellen. Mocht, gelet op de aard van de klacht, het niet mogelijk zijn om de klacht op school op te lossen, dan is er de mogelijkheid om uw klacht bij de (externe) vertrouwenspersoon van de RVKO neer te leggen via klachtbehandeling@rvko.nl
De volledige klachtenprocedure van de RVKO en beslisboom vindt u op https://www.rvko.nl/documenten?document=Klachten+regelingen
Indien ook het overleg bij de RVKO niet naar tevredenheid is verlopen, kan een formele klacht ingediend worden bij de landelijke geschillencommissie. Ook deze commissie zal altijd eerst beoordelen of er voldoende overleg heeft plaatsgevonden tussen de verschillende partijen, teneinde de klacht op te lossen. De contactgegevens zijn:
Stichting GCBO
Postbus 394
3440 AJ Woerden
Telefoon: 070-3861697 / info@gcbo.nl
Ouderinspraak
Inspraak van ouders wordt op onze school op de volgende manier georganiseerd:
- Medezeggenschapsraad
Ouders worden op onze school bij de volgende activiteiten ingezet:
Medezeggenschapsraad (MR)
In de medezeggenschapraad kunnen leerkrachten en ouders meedenken over het beleid van de school. Over sommige onderwerpen beslist de MR zelfs mee (zoals onderwijstijd/vakantierooster of ouderbijdrage). Een aantal keer per jaar komen ze bij elkaar om schoolbeleid te bespreken. Ze adviseren de school en beslissen in sommige gevallen mee.
Waar ‘staat’ de MR voor?
De medezeggenschapsraad wil de school actief ondersteunen bij het realiseren van een plezierige, veilige leer- en werkomgeving en kwalitatief goed onderwijs. De samenwerking tussen directie, team en ouders vinden wij daarbij van essentieel belang.
Dat betekent dat:
We een open aanspreekpunt zijn voor directie, team en ouders. We informeren hen en raadplegen hen over belangrijke onderwerpen en onze werkzaamheden. We altijd zowel de belangen van de schoolorganisatie, het team, ouders en kinderen betrekken bij ons initiatief-, instemmings- en adviesrecht. We actief zelf informatie verzamelen, met ideeën komen en (on)gevraagd advies uitbrengen.
Leden van de MR:
- Caitlin van Gent/ voorzitter (personeelsgeleding)
- Monique de Jong / secretaris (personeelsgeleding)
- Yvonne van Ringelesteijn (personeelsgeleding)
- Senna Pols (personeelsgeleding)
- Nancy Keus (oudergeleding)
- Dion Pol (oudergeleding)
- Wesley de Winne (oudergeleding)
- Vincent Fennis (oudergeleding)
Activiteiten oudervereniging:
Op de Rozenhorst hebben wij een actieve oudervereniging die verschillende activiteiten organiseert door het jaar heen. Dit doen ze in samenwerking met het schoolteam. Indien de oudervereniging hulp nodig heeft, zullen de leerkrachten via de app 'Social Schools' klassenouders werven. Indien de oudervereniging leden nodig heeft, doen zij een oproep in onze nieuwsbrief.
Wat doen zij zoal:
Wat is de vrijwillige ouderbijdrage?
Scholen mogen ouders een bijdrage vragen in de kosten. Deze bijdrage is voor activiteiten buiten de lesactiviteiten om. De bijdrage is vrijwillig. Dit betekent dat kinderen van ouders die dit niet kunnen of willen betalen, alsnog mee mogen doen met de activiteiten. Als de school een vrijwillige ouderbijdrage heeft, dan is dit afgestemd met de Medezeggenschapsraad.
Wij vragen een vrijwillige ouderbijdrage van € 52,50. Daarvan bekostigen we:
Er zijn overige vrijwillige schoolkosten. Hieruit worden de volgende activiteiten bekostigd:
Extra éénmalige bijdrage kamp groep 8 van € 135,-
Wetgeving ouderbijdrage
Met de vergoeding die wij van het Ministerie van OCW krijgen, kunnen wij het normale onderwijs bekostigen. Verschillende activiteiten zoals het schoolreisje, Sinterklaas en de bijdrage werkweek worden niet vanuit de overheid bekostigd. Daar hebben wij de “vrijwillige” ouderbijdrage voor nodig. Bij wet is deze ouderbijdrage vrijwillig. Het niet betalen van de vrijwillige ouderbijdrage leidt niet tot het uitsluiten van leerlingen van deelname aan deze activiteiten. Voor vragen over de ouderbijdrage kunt u contact opnemen met de directie.
Aanvaarding materiële bijdragen of geldelijke bijdragen
Sponsoring is door het bestuur van de RVKO toegestaan onder de voorwaarden dat het geen invloed heeft op het onderwijsleerproces en dat het niet direct of indirect de geestelijke en lichamelijke gezondheid van leden van de schoolgemeenschap schaadt. Voor sponsoring kan worden verwezen naar het ‘Convenant scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring, d.d. 13-02-97’, zoals dat is overeengekomen tussen o.a. het ministerie van OC&W, de besturenorganisaties en de ouderorganisaties. Het beleid en voornoemde convenant zijn bij de schoolleiding op te vragen.
Over schoolverzuim
Scholen zijn verplicht om ongeoorloofd schoolverzuim te melden bij de leerplichtambtenaar. Ongeoorloofd schoolverzuim betekent dat een leerling afwezig is van school zonder een geldige reden, en zonder toestemming van de school of leerplichtambtenaar.
Soms kan een leerling niet naar school en is er sprake van geoorloofd schoolverzuim. Dat betekent dat een leerling afwezig is van school met een geldige reden, en met toestemming van de school of leerplichtambtenaar. Op de website van de Rijksoverheid (www.rijksoverheid.nl) staat wanneer er sprake is van geoorloofd verzuim. Is het niet mogelijk om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan? Vraag in uitzonderlijke gevallen toestemming bij de schoolleiding voor verlof buiten de schoolvakanties. Ga voor meer informatie naar: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerplicht/vraag-enantwoord/leerplicht-schoolvakanties.
Op deze manier meld je je kind ziek:
U kunt uw kind telefonisch ziek melden voor schooltijd (vanaf 7.30 uur) op telefoonnummer: 0181-212565.
Op deze manier vraag je verlof aan voor je kind:
Ouders kunnen een verlofformulier halen bij de administratie (Trudy). De directie mag om geldige redenen maximaal tien dagen per jaar verlof verlenen. Een groot deel van de regels hiervan staan op de achterkant van het verlofformulier. Leerplicht behandelt verlofaanvragen langer dan tien dagen. Het verlofformulier moet zes weken van te voren ingeleverd worden bij de directie, zodat er een juiste keuze gemaakt kan worden.
Verlof wordt o.a. niet verleend:
- Voor goedkopere vakantiemogelijkheden.
- Om familie op te halen.
- Bij verjaardagen.
- Twee weken voor en na de zomervakantie.
- Voor reeds gekochte tickets.
De basisschool is verplicht om ongeoorloofd verzuim door te geven aan de leerplichtambtenaar.
Zie ook: https://www.rotterdam.nl/leerplicht
In principe zijn alle kinderen welkom bij ons op school, mits wij de zorg kunnen bieden die uw kind nodig heeft en als er nog plek is in het desbetreffende leerjaar (zie website). Onder het kopje extra ondersteuning in deze schoolgids staat beschreven welke zorg wij kunnen bieden. Aanmelden van een kind mag vanaf de dag dat een kind 3 jaar wordt. Wendagen (maximaal 5) mogen vanaf 3 jaar en 10 maanden. Kinderen moeten bij voorkeur minimaal 10 weken voor de gewenste inschrijfdatum schriftelijk worden aangemeld. Bij het aanmelden van uw kind hebben we wettelijk 6 weken de tijd om te besluiten of wij een passende plek hebben voor uw kind. Dit mogen we verlengen naar maximaal 10 weken. Uiteraard streven wij ernaar om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. Indien wij een passende plek hebben voor uw kind zal uw kind ingeschreven worden en wordt hij/zij geplaatst in een klas.
Voor meer informatie verwijzen wij u door de aanmeldingsprocedure zoals beschreven op onze website.
Tijdens de inschrijving geeft u middels een formulier aan wat uw privacy voorkeuren zijn voor uw kind. Deze ondertekende verklaring bewaren wij in het leerlingdossier. U kunt altijd uw voorkeuren aanpassen door een nieuw formulier in te vullen welke verkrijgbaar is bij de administratie. Bij vragen en onduidelijkheden over privacy binnen de school. Neem dan contact op met de schooldirecteur.
Wij vragen ouders nadrukkelijk om terughoudend te zijn met het maken van foto's en video’s binnen de school. Het is voor ouders en leerlingen niet toegestaan om foto’s en video’s die gemaakt zijn op school te delen via sociale media of te gebruiken voor commerciële doeleinden.
We verzamelen vanaf de binnenkomst van leerlingen met behulp van ons leerlingvolgsysteem Parnassys, systematisch informatie over de kennis en vaardigheden van de leerlingen. Voor de kennisgebieden taal en rekenen/wiskunde gebeurt dit met betrouwbare en valide toetsen die tevens een indicatie geven van de bereikte referentieniveaus. De leraren vergelijken deze informatie met de verwachte ontwikkelingen. Deze vergelijking maakt het mogelijk om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen als individuele leerlingen en deze te clusteren in drie niveaus, te weten; verrijkt, basis en intensief. Wanneer leerlingen niet genoeg lijken te profiteren analyseert de school waar de ontwikkeling stagneert en wat de mogelijke verklaringen hiervoor zijn. Vervolgens bepaalt zij wat er moet gebeuren om deze eventuele achterstanden weg te werken.
Buiten het volgen van de leerlingen via het leerlingvolgsysteem en de methodegebonden toetsen, maakt de school gebruik van de nieuwste IEP- toetsen. Deze toetsen bieden een methode onafhankelijk inzicht op het kunnen van de leerlingen. De leerkrachten stellen zelf doelen welke zij nastreven. Na afloop van de toetsperiode worden de toetsen en de behaalde resultaten op school-, groeps-, en individueel niveau geanalyseerd en besproken. Samen met de gegevens uit de IEP- toetsen en de methode toetsen worden de leerlingen ingedeeld in een niveau.
Wat is de doorstroomtoets?
Let op: Vanaf het schooljaar 2023-2024 maken alle leerlingen aan het eind van de basisschool een doorstroomtoets. Dit is verplicht. Met de doorstroomtoets kunnen leerlingen laten zien wat ze op de basisschool hebben geleerd. In de weken voor het toetsmoment geeft de leerkracht de leerling een advies voor het onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs. Leerprestaties, aanleg en ontwikkeling op de basisschool spelen hierbij een rol. Heeft de leerling een hogere doorstroomtoetsuitslag dan het gegeven schooladvies? Dan stelt de school het advies bij, tenzij het in het belang is van de leerling om dit niet te doen. Heeft de leerling een lagere doorstroomtoetsuitslag dan het gegeven schooladvies? Dan blijft het advies van de school leidend. .
De doorstroomtoets vindt plaats in februari en geeft leerlingen een gelijke kans om zich eind maart aan te melden voor de middelbare school van hun voorkeur die het best past bij hun niveau. De doorstroomtoets is geen examen, leerlingen kunnen niet slagen of zakken.
Referentieniveaus
De Inspectie van het Onderwijs controleert of het onderwijs op scholen van voldoende niveau is. De doorstroomtoetsresultaten van de leerlingen spelen een belangrijke rol bij deze controle. Vanaf 1 augustus 2020 gebruikt de inspectie referentieniveaus om te bepalen of een school voldoende of onvoldoende presteert.
Wat zijn referentieniveaus?
Een doorstroomtoets meet voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen:
Het fundamentele niveau (basisniveau) en het streefniveau (hogere niveau) worden ook wel de ‘referentieniveaus’ genoemd. Ze zeggen dus welk niveau de leerlingen op de school hebben gehaald op de gebieden taal en rekenen. Om te kijken of de school voldoende of onvoldoende heeft gescoord, worden ze vergeleken met signaleringswaarden van de. Inspectie van het Onderwijs.
Wat zijn signaleringswaarden?
Hoeveel procent de school minimaal moet halen op de beide niveaus ligt vooraf vast. Deze percentages worden namelijk door de Inspectie van het Onderwijs bepaald. Als de school minder goed scoort dan deze vastgestelde, minimale waarde, kan het een signaal zijn dat er misschien iets niet goed gaat op de school. Daarom worden deze minimale scores ‘signaleringswaarden’ genoemd. Wanneer het percentage leerlingen op de school voor zowel het fundamentele niveau als het streefniveau op of boven de signaleringswaarden liggen, zijn de resultaten in dat schooljaar voldoende.
Gemiddelde van drie jaar resultaten
De gegevens die worden getoond in de schoolgids zijn een gemiddelde van de afgelopen drie jaar. De percentages van de eindtoetsresultaten van 2022 en 2023 en de doorstroomtoetsresultaten van 2024 worden hieronder getoond.
In februari maken de leerlingen van groep 8 de doorstroomtoets van IEP. Deze toets laat zien hoe de leerlingen zich de afgelopen jaren op school ontwikkeld hebben. Het is het laatste meetmoment voordat de leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs (VO) vertrekken. Een doorstroomtoets afnemen brengt bepaalde verwachtingen met zich mee. Wij als school hebben deze verwachtingen met elkaar besproken en daar per vakgebied (Rekenen-wiskunde, taalverzorging en lezen) een streefdoel aan gehangen. Deze streefdoelen worden uitgewerkt in concrete actieplannen voor de groep om ervoor te zorgen dat de doelen op de doorstroomtoets worden behaald.
We scoren met ons 3-jaars gemiddelde boven de inspectienorm voor onze school. Een compliment voor alle leerkrachten, kinderen en de ouders.
Er wordt vanuit de inspectie niet meer gekeken naar de gemiddelde eindscore per schooljaar. Over 3 jaar wordt er naar het gemiddelde resultaat op de referentieniveaus gekeken. Het basisniveau 1F is het niveau voor taal en rekenen dat het overgrote deel van de leerlingen aan het einde van de basisschool tenminste zou moeten beheersen. Daarnaast heeft de overheid de ambitie dat een groot deel van de basisschoolleerlingen een hoger niveau haalt: het streefniveau. Voor taal is dat het 2Fniveau en voor rekenen is dat het 1S-niveau. Wij scoren boven de inspectienorm voor onze school.
Scores 2024-2025:
- Rozenhorst 1F: 97,2% /inspectienorm 85%
- Rozenhorst 1S/2F: 61,1%/ inspectienorm 38,7%
Het 3-jaars gemiddelde na schooljaar 2024-2025 is boven de inspectienorm en dus voldoende:
- Landelijk 1F 93,9%/ Rozenhorst 89,6%/ inspectienorm 85%
- Landelijk 1S/2F 50,4%/ Rozenhorst 46,6%/inspectienorm 38,7%
Als school volgen wij de ontwikkeling van elke leerling en hebben wij een procedure om te komen tot een passend en kansrijk schooladvies.
In de maand juni hebben wij een adviesvergadering voor de voorlopige adviezen groep 7. Tijdens deze vergadering zijn de leerkrachten van groep 7 en 8, interne begeleiders en directie aanwezig. Samen kijken we naar de toetsen uit ons leerlingvolgsysteem vanaf groep 5 en alle overige informatie per kind. Met die informatie komen wij tot een voorlopig advies voor het voortgezet onderwijs. In het kader van gelijke kansen letten wij er nauwlettend op dat de thuissituatie of andere omgevingsfactoren van een kind niet meewegen. We kijken echt naar de schoolse capaciteiten die wij op school waarnemen. Meestal is het voorlopige advies een dakpanadvies waarin het kind waarschijnlijk gaat uitstromen. Tijdens de rapportgesprekken aan het einde van het schooljaar wordt dit voorlopige advies met de kinderen en hun ouders besproken. We leggen dan uit hoe dit tot stand is gekomen. Ook mogen kinderen en hun ouders aangeven hoe zij dit zien en wat ons gezamenlijke doel is in groep 8.
In november/december nemen wij de toetsen van ons leerlingvolgsysteem af in groep 8. Direct na de kerstvakantie hebben wij wederom een adviesvergadering zoals in groep 7 met dezelfde personen. De procedure om tot een advies te komen is gelijk aan die met het voorlopige advies. In januari krijgen de kinderen hun schooladvies. Ook deze bespreken we weer met de kinderen en hun ouders.
Indien kinderen op de doorstroomtoets (in de eerste 2 weken van februari) een hoger advies scoren dan wij in januari hebben gegeven, gaan we weer met alle betrokkenen in de school om de tafel. Onze insteek is om een advies naar boven bij te stellen wanneer wij ook met regelmaat deze groei hebben gezien in de dagelijkse ontwikkeling op school. Bij een hogere score hebben we altijd een gesprek met ouders en kind erbij. Hierin leggen wij uit waarom we wel of niet bijstellen naar boven. Ook ouders en het kind mogen aangeven hoe zij dit zien. Samen komen we dan tot een eventueel bijgesteld advies. Uiterlijk 24 maart ontvangen deze kinderen hun bijgestelde advies. De overige kinderen behouden het advies wat in januari is gegeven. In de week van 25 t/m 31 maart melden alle leerlingen zich aan op de middelbare school van hun keuze passend bij hun advies.
Het kan voorkomen dat kinderen moeite hebben met de schoolse ontwikkeling en dat wij verwachten dat zij gaan uitstromen naar een praktische vorm van onderwijs. Deze kinderen hebben een OPP bij ons op school. In groep 7 bespreken wij met de ouders dat we voor hun kind een intelligentie-onderzoek willen afnemen in groep 8. Dit om te bepalen welke vorm van praktisch onderwijs het beste is voor hun kind. In groep 8 wordt dit intelligentie-onderzoek afgenomen door ons samenwerkingsverband. De uitslag wordt met de ouders, de intern begeleider en het samenwerkingsverband besproken. Tevens wordt het uitstroomadvies besproken indien dit om praktijkonderwijs zou gaan. Kinderen die hoger scoren dan 75 doen mee met de doorstroomtoets. Kinderen die onder de 75 scoren hoeven de doorstroomtoets niet te maken. Dat is een keuze die we bespreken met ouders en kind. Alle kinderen, maar zeker deze kinderen, dragen wij warm over aan het voortgezet onderwijs middels een gesprek en onderwijskundig rapport
Visie op Sociale opbrengsten
Wat verstaan scholen onder sociale opbrengsten?
Op school leren kinderen vaardigheden die nodig zijn om op een goede manier met anderen om te gaan. En om hun steentje bij te dragen aan de samenleving. Het gaat om vaardigheden zoals samenwerken, ruzies oplossen en jezelf weten te redden. Door deze vaardigheden is de sfeer op school fijn en veilig. En verbeteren de leerprestaties. Kinderen nemen op een positieve manier deel aan de maatschappij.
Belangrijk is hoe je met jezelf en met elkaar omgaat; het gaat om meedoen en meebepalen. Niet alleen over je voegen naar de anderen: de groep, de maatschappij. Sociale competentie is ook invloed uitoefenen op je omgeving. Het gaat daarbij om het evenwicht. De verwachtingen die je aan sociaal competent gedrag mag stellen, zijn voor elke leeftijd anders. Een kleuter lost een ruzie bijvoorbeeld anders op dan een leerling uit de bovenbouw.
Iemand is sociaal competent als deze persoon zowel rekening houdt met zijn eigen belangen als met die van een ander. En als hij dit doet volgens de waarden en normen die in zijn samenleving gelden. Hiervoor zijn kennis, vaardigheden en een juiste houding nodig.
Kennis heeft te maken met weten en kennen.
Vaardigheden hebben te maken met doen en kunnen.
Houding heeft te maken met willen en durven.
Er zijn natuurlijk ook andere aspecten van invloed op de houding van een kind. Bijvoorbeeld de gevoelens van een kind en het beeld dat hij of zij van zichzelf en de ander heeft.
Werkwijze Sociale opbrengsten
We besteden op onze school structureel aandacht aan de ontwikkeling van de sociale competenties van de leerlingen. Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is wekelijks opgenomen in het rooster: we maken gebruik van de methode KWINK (sociale vaardigheden/burgerschap) en levensbeschouwing (Hemel en aarde). Om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen gebruiken we het leerlingvolgsysteem "Hart- en handeninstrumenten IEP". De intern begeleiders analyseren met de leerkrachten deze gegevens. Als een groep onder de norm scoort op een onderdeel wordt er een groepsplan opgesteld. De methode KWINK zetten we dan gericht in op deze onderdelen zodat er maatwerk voor een groep ontstaat. Wanneer een leerling hiaten laat zien in zijn/haar ontwikkeling, wordt met de intern begeleiders besproken hoe verder te handelen met deze leerling. Ook ouders van de individuele leerling worden betrokken en waar nodig ook de schoolmaatschappelijk werker en/of het samenwerkingsverband voor passend onderwijs. Omdat we zicht hebben op de interventies per groep, kunnen we in voorkomende gevallen overgaan tot het aanpassen/door ontwikkelen van schoolbeleid of tot ondersteuning van de leraar van een groep. Eenmaal per jaar meten we ook de sociale veiligheid van de leerlingen via een vragenlijst vanuit WMK. Deze gegevens leveren we direct aan bij de inspectie en worden geanalyseerd door de veiligheidscoördinator (Juf Jolande).
Maandag: Om 8:20u deuren open.
Dinsdag: Om 8:20u deuren open.
Woensdag: Om 8:20u deuren open.
Donderdag: Om 8:20u deuren open.
Vrijdag: Geen voorschoolse opvang. Om 8:20 deuren open.
Voorschoolse opvang
Opvang voor schooltijd wordt geregeld in samenwerking met Kinderopvang Humankind, in het schoolgebouw. Hier zijn kosten aan verbonden.
Tussenschoolse opvang
Er is geen opvang tijdens de middagpauze.
Naschoolse opvang
Opvang na schooltijd wordt geregeld in samenwerking met Kinderopvang Humankind en Kinderopvang de Bonte Beer, in en buiten het schoolgebouw. Hier zijn kosten aan verbonden.
Opvang tijdens vrije dagen en schoolvakanties
Er is opvang tijdens vrije dagen en schoolvakanties.
Wij hanteren een 5-gelijke dagen model. Alle kinderen zijn van maandag t/m vrijdag van 8:30u-14:00u op school en eten en drinken tussen de middag in de klas met de eigen leerkracht. Ouders geven dagelijks zelf een verantwoord tussendoortje en lunch mee naar school.
Schoolmaatschappelijk werk/ schoolzorgteam/ Brugfunctionaris
Bij ons op school werken wij met het schoolzorgteam. In het schoolzorgteam zit onder andere 28 uur per week schoolmaatschappelijk werk. Zij werken nauw samen met het wijkteam. Het wijkteam is 4 uur per week in onze school aanwezig. De intern begeleiders zijn ook onderdeel van het schoolzorgteam samen met onze schoolcontactpersoon voor passend onderwijs. In samenwerking met de desbetreffende ouders wordt er voor kinderen die dat nodig hebben, de best passende ondersteuning afgestemd en uitgevoerd.
Remon van Galen en Mirjam Koopmans zijn onze schoolmaatschappelijk werkers. Zij werken vanuit de organisatie Kwadraad. Heeft u opvoedvragen of heeft u te maken met zaken als bijvoorbeeld pesten of scheiding? Neem gerust contact met hen op. Ze gaan graag met u in gesprek. U kunt altijd even binnenlopen om een afspraak te maken of via de onderstaande gegevens contact opnemen.
Remon van Galen
@: r.vangalen@kwadraad.nl
T: 06-36402375
Mirjam Koopmans
@: m.koopmans@kwadraad.nl
T: 06-39310962
Brugfunctionaris
Angelique Grijseels is onze brugfunctionaris. Heeft u financiële hulpvragen of weet u niet zo goed bij wie u terecht kunt voor uw hulpvraag? Zij helpt u graag.
@: a.grijseels@kwadraad.nl
T: 06-18629931
Logopedie
Op donderdag en vrijdag werkt Logopedisch Centrum W.G.F. Snijders bij ons op school als logopedist. Via de intern begeleiders kunt u in contact komen met hen.